Damage caused by adverse weather conditions such as frost, hail, ice, rain or drought, which occur on a more regular basis, should not be considered a natural disaster within the meaning of Article 107(2)(b) of the Treaty.
Schade veroorzaakt door ongunstige weersomstandigheden zoals vorst, hagel, ijs, regen of droogte, die regelmatiger voorkomen, dient niet als natuurramp in de zin van artikel 107, lid 2, onder b), van het Verdrag te worden beschouwd.