28. Points out that the current Article 4(3) of Regulation (EC) No 1049/2001 seeks to limit the scope of the ‘space to think’ by stipulating that, as a prerequisite for refusal to grant access, disclosure of the document must not merely undermine the decision-making process, but must ‘seriously’ undermine it, and in any case allowing this limit to be overstepped
where there is ‘an overriding public interest in disclosure’; stresses however that in spite of the above-mentioned considerations, Article 4(3) of Regulatio
n (EC) No 1049/2001 contains an open-ended defin ...[+++]ition which does not provide clear conditions for application or take into account the case-law of the Court of Justice; stresses the need for an appropriate definition in accordance with the concept of legal certainty by narrowing the concept; 28. wijst erop dat de definitie van het huidige ar
tikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1049/2001 gericht is op het inperken van de zogeheten „ruimte om na te denken” door te bepalen dat de toegang tot een document alleen kan worden geweigerd als de verspreiding ervan het besluitvormingsproces „ernstig” zou ondermijnen, waarbij enkel „ondermijnen” niet volstaat, en dat openbaarmaking toch kan worden toegestaan indien er sprake is van een „hoger openbaar belang”; beklemtoont evenwel dat, in weerwil van deze overwegingen, de definitie van het huidige ar
tikel 4, l ...[+++]id 3, van Verordening (EG) nr. 1049/2001 niet erg vastomlijnd is, geen duidelijke voorwaarden voor de toepassing geeft en de jurisprudentie van het Hof niet meeweegt; dringt omwille van de rechtszekerheid aan op een adequate definitie die het begrip strikter afbakent;