G. whereas the social economy includes cooperatives, mutual societies, non-profit associations, foundations and social enterprises, which contribute to the Union’s employment, social cohesion, regional and rural development, environmental protection, consumer protection, agricultural, third-country development and social security policies;
G. overwegende dat de sociale economie coöperaties, onderlinge maatschappijen, verenigingen zonder winstoogmerk, stichtingen en sociale ondernemingen omvat, die een bijdrage leveren aan het EU-beleid op de gebieden werkgelegenheid, sociale cohesie, regionale en plattelandsontwikkeling, milieubescherming, consumentenbescherming, landbouw, ontwikkeling van derde landen en sociale zekerheid;