Although the government has been broadly successful in securing the planned restraint of expenditure (i.e. growth in current primary expenditure continued to decelerate from 8.9 per cent in 2001 to 7.8 per cent in 2002 and 4.1 per cent in 2003), the shortfall in tax revenue induced by the recession led the government to rely, to a significant degree, on one-off measures for a second consecutive year (1.5 and 2.1 per cent of GDP in 2002 and 2003 respectively).
Hoewel de regering over het algemeen succesvol is gebleken bij het bewerkstelligen van de geplande uitgavenbeperking (de groei van de lopende primaire uitgaven vertraagde verder van 8,9 procent in 2001 tot 7,8 procent in 2002 en 4,1 procent in 2003), zag zij zich vanwege de tegenvallende belastingontvangsten als gevolg van de recessie voor het tweede achtereenvolgende jaar verplicht in aanzienlijke mate op eenmalige maatregelen te vertrouwen (respectievelijk 1,5 procent en 2,1 procent van het BBP in 2002 en 2003).