2. Member States shall, in accordance with the procedure laid down in Article 11 (3), determine the sites in their national territory where it is necessary to measure the level of concentration, caused by man, of dangerous substances, in order to establish whether they pose a serious risk to human health or the environment, taking into account current and approved future use of the land.
2. De lidstaten wijzen overeenkomstig de procedure van artikel 11, lid 3 de locaties op hun nationale grondgebied aan waarin de concentratie van gevaarlijke stoffen ten gevolge van menselijk toedoen moet worden gemeten om na te gaan of er een ernstig risico voor de volksgezondheid of het milieu bestaat, gezien het huidige en het goedgekeurde toekomstige gebruik van de bodem.