5. Maintains that the EU needs an industrial, social, and environmental model geared to the long term, consistent with the general interest – of companies, shareholders, and workers – and with a new financial architecture based on a system of prudential and deontological rules and on national and European supervisory authorities with binding powers; also believes that the financial sector should meet the needs of the real economy, help to promote sustainable growth and display the greatest possible degree of social responsibility;
5. houdt staande dat de Europese Unie een industrieel, maatschappelijk en ecologisch model nodig heeft dat gericht is op de lange termijn en rekening houdt met het algemeen belang (van bedrijven, aandeelhouders en werknemers) en met een nieuwe financiële structuur die gebaseerd is op een systeem van p
rudentiële en ethische regels en op nationale en Europese toezichthoudende instanties met bindende bevoegdheden; is ook van mening dat de financiële sector tegemoet dient te komen aan de behoeften van de reële economie, moet helpen bij de bevordering van een duurzame groei en de grootst mogelijke mate van maatschappelijke verantwoordelijkhe
...[+++]id aan de dag moet leggen;