The European Union and its Member States, in their respective fields of competence, will consider offering, among others, resources and technical support to countries of boarding, departure or transit, to help them to apply the measures set out in section 3, without prejudice to other European Union policies that tend towards a global and balanced approach to the migratory phenomenon, with a view to joint control of migration flows.
De Europese Unie en de lidstaten zullen, in het kader van hun respectieve bevoegdheden, overwegen de landen van inscheping, vertrek of doorreis onder meer technische middelen en bijstand aan te bieden om te helpen bij de toepassing van de in lid 3 genoemde maatregelen, onverminderd de overige beleidsmaatregelen van de Europese Unie, die gericht zijn op een algemene en evenwichtige aanpak van het verschijnsel migratie, met een gezamenlijke beheersing van de migratiestromen als doel.