In the case of audible warning devices receiving direct current, a test voltage of 6,5, 13,0 or 26,0 V, measured at the output side of the electricity source and corresponding to a nominal voltage of 6, 12 or 24 V respectively.
Bij geluidssignaalinrichtingen die met gelijkstroom worden gevoed, een proefspanning van 6,5, 13,0 of 26,0 V, gemeten aan de uitgang van de elektrische energiebron en overeenkomend met een nominale spanning van respectievelijk 6, 12 of 24 V.