A. whereas the dismissal in April 2006 of nearly 600 soldiers in Timor-Leste, as the reaction to their grievances, led to a very serious security crisis in the country, characterised by armed confrontation (between the armed forces and the dismissed troops and also with police forces), police disruption, riots and widespread gang violence, as a result of which dozens of people were killed, many more were wounded and 150 000 people fled their homes, half of them remaining still displaced in camps,
A. overwegende dat het ontslag in april 2006 van bijna 600 soldaten in Timor-Leste naar aanleiding van bezwaren die zij naar voren hadden gebracht, tot een zeer ernstige veiligheidscrisis in het land leidde, die gekenmerkt werd door een gewapende confrontatie (tussen de strijdkrachten en de ontslagen troepen en ook met politietroepen), een ontwrichting van de politie, rellen en geweld op grote schaal van bendes, waarbij tientallen mensen werden gedood, een nog groter aantal werd gewond, en waarbij 150.000 mensen hun huizen ontvluchtten, waarvan de helft nog steeds als ontheemden in kampen verblijven,