During the period of East-West confrontation, the ten principles became not only a point of reference in relations between States, but also a symbol of hope for all those who, day after day in the oppressed half of Europe, were tirelessly conducting a difficult, often obscure and always dangerous struggle for human rights and freedom.
In het tijdperk van confrontatie tussen Oost en West zijn de tien beginselen niet alleen een toetssteen voor de betrekkingen tussen Staten geworden, maar ook een hoopgevend symbool voor al degenen die, in het gedeelte van Europa waar onderdrukking heerste, onophoudelijk een altijd zware, soms verborgen en nooit ongevaarlijke strijd voor de eerbiediging van de Mensenrechten en van de vrijheid streden.