Moreover, a selection board cannot be required, in giving reasons for a decision not to admit a candidate to a test, to specify which of the candidate’s answers were judged inadequate or to explain why those answers were considered inadequate; such detailed reasons are not necessary to enable the candidate to determine whether or not it is appropriate to lodge a complaint or, if need be, to bring an action, or to enable the Court to exercise its power of review (judgments of 14 July 1995 in Case T‑291/94 Pimley-Smith v Commission, paragraphs 63 and 64, and Konstantopoulou v Court of Justice, paragraph 34).
Bovendien is een jury niet gehouden om in de motivering va
n een besluit om een kandidaat niet toe te laten tot een examen, te preciseren welke antwoorden van de kandidaat onvoldoende zijn bevonden of uit te leggen waarom deze antwoorden onvoldoende zijn bevonden, aangezien een zodanig gedetailleerde motivering niet noodzakelijk is om de kandidaat in staat te stellen te beoordelen of het indienen van een klacht of indien nodig het instellen van beroep opportuun is, en om de rechter in staat te stellen zijn rechterlijke toetsing te verrichten (arrest Gerecht van eerste aanleg van 14 juli 1995, Pimley-Smith/Commissie, T‑291/94, punten 63 en
...[+++] 64, en arrest Konstantopoulou/Hof van Justitie, reeds aangehaald, punt 34).