5. Member States where labour inspectorates have no competence with respect to the control and monitoring of the working conditions and/or terms and conditions of employment of posted workers may, by way of exception, after consulting the social partners at national level, establish, modify or maintain procedures and mechanisms guaranteeing the respect of these terms and conditions of employment, provided that they are not discriminatory or disproportionate as specified in Article 10(2) of this Directive.
5. Lidstaten waar de arbeidsinspectiediensten geen bevoegdheden hebben met betrekking tot de controle van en het toezicht op de werkomstandigheden en/of arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van gedetacheerde werknemers, mogen – bij wijze van uitzondering en na raadpleging van de sociale partners op nationaal niveau – procedures en mechanismen treffen, wijzigen of handhaven die de naleving van deze arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden waarborgen, op voorwaarde dat zij noch discriminerend noch onevenredig zijn zoals bedoeld in artikel 10, lid 2, van deze richtlijn.