14. Recalls that Union blending should in no circumstances constitute an excuse for diminishing ODA; welcomes the participation of the Parliament in the EU Platform for Blending in Ex
ternal Cooperation (EUBEC) to provide recommendations and guidance with a view to further increase the effectiveness of aid delivered by the Union through blending operations in line with the internationally agreed objectives of the aid effectiveness agenda, particularly the key principles of ownership, alignment, harmonisation and mutual accountability; in particular, recommends, in a context where blending provides an opportunity to support the activitie
...[+++]s of big Union corporations operating abroad (thereby departing from development objectives), that Parliament should be duly informed on the project proposals financed by the blending facilities before decisions are taken by the operational boards; recalls that projects financed through blending should truly contribute to poverty reduction and respect development effectiveness principles; calls on the Commission to use blending only where its added value is demonstrated as highlighted by the Court; 14. herinnert eraan dat het combineren van subsidies en leningen van de Unie onder geen beding een excuus mag vormen voor het verlagen van de officiële ontwikkelingshulp; is ingenomen met de deelname van het Parlement aan het EU-platform voor blending in ex
terne samenwerking (EUBEC), dat aanbevelingen en richtsnoeren biedt voor het verhogen van de doeltreffendheid van steun van de Unie door middel van een combinatie van faciliteiten overeenkomstig de internationaal overeengekomen doelstellingen van de internationale agenda inzake doeltreffendheid van ontwikkelingshulp, met name de belangrijkste beginselen participatie, afstemming, harmo
...[+++]nisatie en wederzijdse verantwoording; wenst, in een context waarin een combinatie van faciliteiten kan dienen om de activiteiten van grote bedrijven uit de Unie in het buitenland te ondersteunen (waarmee wordt afgeweken van de doelstellingen van ontwikkeling), in het bijzonder dat het Parlement terdege wordt geïnformeerd over de met gecombineerde faciliteiten gefinancierde projectvoorstellen voordat de besturen een besluit nemen; herinnert eraan dat projecten die door middel van gecombineerde faciliteiten worden gefinancierd daadwerkelijk moeten bijdragen aan de bestrijding van armoede en in overeenstemming moeten zijn met de beginselen inzake doeltreffende ontwikkeling; verzoekt de Commissie uitsluitend gebruik te maken van gecombineerde faciliteiten wanneer de toegevoegde waarde daarvan is aangetoond, overeenkomstig de opmerkingen van de Rekenkamer;