The need to make the best use of the digital dividend taking into account all the potential social, cultural and economic benefits, while considering also the different national circumstances in Member States; The potential use of the digital dividend as an opportu
nity both to extend broadcasting services and to provide for example a better picture and audio quality as well as to introduce new communication services such as wireless broadband communications, additional terrestrial broadcasting services and mobile multimedia services; The genuine right of Member States to determine the amount of spectrum from the digital dividend to be
...[+++]used for the achievement of general interest objectives in conformity with Community law, including broadcasting services; The need for close cooperation between Member States in coordinating spectrum usage in the EU in order to enhance its more efficient use and to avoid harmful cross-border interference among Member States and between Member States and third countries; The potential benefits of identifying the parts of the UHF bands for non mandatory use by uni – and bidirectional networks in the interest of achieving more efficient spectrum use; in order to facilitate the emergence of innovative and successful national or cross-border services the radio interference potential arising from the co-existence of uni – and bidirectional networks in the same band as well as existing authorisations should be taken into account; The potential benefits of close cooperation between Member States in coordinating spectrum usage in the EU in terms of economies of scale; The benefits of ensuring flexibility of usage of the digital dividend with the exception of services of general interest, including those serving cultural and linguistic diversity and media pluralism, while taking into account constraints necessary to avoid harmful interference and to safeguard efficient spectrum use; The need to take into account different situations reg ...dat optimaal gebruik moet worden gemaakt van het digitale dividend, rekening houdend met alle potentiële maatschappelijke, culturele en economische voordelen, terwijl ook de verschillende nationale omstandigheden in de lidstaten in acht moeten worden genomen; dat h
et digitale dividend kan worden gebruikt zowel om de omroepdiensten uit te breiden en bijvoorbeeld een betere beeld- en geluidskwaliteit te bieden als om nieuwe communicatiediensten te introduceren, zoals draadloze breedbandcommunicatie, aanvullende terrestrische omroepdiensten en mobiele multimediadiensten; het reële recht van de lidstaten om te bepalen hoeveel spectrumruimt
...[+++]e van het digitale dividend zal worden gebruikt voor doelstellingen van algemeen belang in overeenstemming met de communautaire wetgeving, waaronder omroepdiensten; dat de lidstaten nauw moeten samenwerken bij de coördinatie van het spectrumgebruik in de EU, zodat dit gebruik efficiënter wordt en schadelijke grensoverschrijdende interferentie tussen lidstaten onderling en tussen lidstaten en derde landen wordt voorkomen; de potentiële voordelen van het bestemmen van delen van de UHF-band voor niet-verplicht gebruik door uni- en bidirectionele netwerken, ten einde tot een efficiënter spectrumgebruik te komen; dat om de totstandkoming van innovatieve en succesvolle nationale of grensoverschrijdende diensten te vergemakkelijken, rekening moet worden gehouden met het potentieel aan radio-interferentie dat voortvloeit uit het naast elkaar bestaan van uni- en bidirectionele netwerken op dezelfde band, en met bestaande vergunningen; de potentiële voordelen (schaalvoordelen) van nauwe samenwerking tussen de lidstaten bij de coördinatie van het spectrumgebruik in de EU; de voordelen van het bewerkstelligen van een flexibel gebruik van het digitale dividend, met uitzondering van diensten van algemeen belang, zoals die welke de taal- of culturele diversiteit en pluriformiteit in de media ten goede komen, rekening houdend met de beperkingen ...