If a fraud constitutes a criminal offence and concerns at least two EU countries, those countries must cooperate effectively in the investigation, the prosecution and the enforcement of the penalties imposed by means, for example, of mutual legal assistance, extradition, transfer of proceedings or enforcement of sentences passed in another EU country.
Als fraude een strafbaar feit vormt dat ten minste twee EU-landen betreft, moeten deze landen doeltreffend samenwerken bij het onderzoek, de vervolging en de handhaving van de opgelegde sancties door middel van, bijvoorbeeld, wederzijdse rechtshulp, uitlevering, overdracht van vervolging of tenuitvoerlegging van in een ander EU-land uitgesproken vonnissen.