Vertaling van "female labour force " (Engels → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

female labor force | female labour force
vrouwelijke arbeidskrachten

female worker [ female labour | female work force | woman worker ]
vrouwelijke arbeidskrachten

agricultural labour force [ agricultural worker | farm employee | farm labourer | farm worker | Agricultural workers(ECLAS) ]
landbouwarbeidskrachten [ loontrekker in de landbouw | plattelandsarbeider ]

labour force [ manpower | structure of the labour force | worker | employees(UNBIS) ]
arbeidskrachten [ structuur van de arbeidskrachten ]

compulsory labour | forced labour | forced or compulsory labour
gedwongen arbeid | verplichte arbeid

agricultural labor | agricultural labor force | agricultural labour | agricultural labour force
landbouwarbeidskrachten

Abnormality of forces of labour
abnormale-weeënsterkte

Abnormalities of forces of labour
abnormale weeënsterkte

Other abnormalities of forces of labour
overige gespecificeerde abnormale-weeënsterkte

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

The female labour force in sub-Saharan Africa in 2005 was about 73 million, representing 34 per cent of those employed in the formal sector, earning only 10 per cent of the income while owning 1 per cent of the assets (9).
In 2005 bedroeg de vrouwelijke actieve bevolking in Afrika bezuiden de Sahara circa 73 miljoen en vertegenwoordigde zij 34% van de werknemers in de formele sector, terwijl zij slechts 10% van de totale inkomsten ontving en 1% van de activa bezat (9).

In 2002, the Barcelona European Council set objectives in this area: "Member States should remove disincentives to female labour force participation, taking into account the demand for childcare facilities and in line with national patterns of provision, to provide childcare by 2010 to at least 90 % of children between 3 years old and the mandatory school age and at least 33 % of children under 3 years of age[2]".
In 2002 werden door de Europese Raad van Barcelona doelstellingen vastgesteld op dit gebied: "De lidstaten moeten hindernissen voor de deelneming van vrouwen aan de arbeidsmarkt uit de weg ruimen en ernaar streven, rekening houdend met de vraag naar kinderopvangfaciliteiten en met inachtneming van hun nationale regelingen ter zake, voor 2010 te voorzien in kinderopvang voor ten minste 90 % van de kinderen tussen 3 jaar en de leerplichtige leeftijd en voor ten minste 33 % van de kinderen onder 3 jaar"[2].

Member States should remove disincentives for female labour force, in particular by providing childcare by 2010 to at least 90% of children between 3 years old and the mandatory school age and at least 33% of children under years of age.
De lidstaten moeten de hinderpalen voor vrouwelijke arbeidskrachten wegnemen, met name door het bieden van kinderopvang in 2010 aan ten minste 90% van de kinderen tussen 3 jaar en de schoolplichtige leeftijd en ten minste 33% van de jongere kinderen.

9. Calls on the Commission and the Member States to recognise the value of entrepreneurship for the work-life balance of women and men, to eliminate barriers that hinder or even prevent female entrepreneurship, and to adopt a coherent framework of measures to support female labour market participation; in the aftermath of the decision to withdraw the proposal to amend the Maternity Leave Directive and in order to safeguard progress on equality policies at EU level, encourages a constructive dialogue among institutions to see how best to support and implement work-life balance policies as well as an equal distribution of family responsibilities, also by highlighting the role of men in promoting equality; reiterates that parental and paternity leave can have a positive impact on female labour force participation, and encourages Member States, if they have not yet done so, to consider introducing paternity leave; calls on the Commission, by the end of 2016, to propose concrete steps, including legislative proposals, for increasing the participation of women in the labour market through measures to improve work-life balance;
9. roept de Commissie en de lidstaten op om de waarde van ondernemerschap voor het evenwicht tussen werk en privéleven voor vrouwen en mannen te erkennen, de obstakels die vrouwelijk ondernemerschap bemoeilijken of zelfs onmogelijk maken, te elimineren en een coherent kader van maatregelen ter ondersteuning van de participatie van vrouwen in de arbeidsmarkt vast te stellen; pleit, in de nasleep van de beslissing om het voorstel tot aanpassing van de richtlijn inzake moederschapsverlof in te trekken en met het doel de vooruitgang van het gelijkekansenbeleid op EU-niveau te vrijwaren, voor een constructieve dialoog tussen de instellingen om te bekijken hoe maatregelen voor het evenwicht tussen werk en privé en een gelijke verdeling van de gezinstaken het best ondersteund en in praktijk gebracht kunnen worden, onder meer door de rol van mannen bij het bevorderen van gelijke kansen in het licht te stellen; brengt in herinnering dat ouderschaps- en vaderschapsverlof positieve gevolgen kunnen hebben voor de participatie van vrouwen in de arbeidsmarkt en moedigt de lidstaten waar dit nog niet het geval is aan om de invoering van vaderschapsverlof in overweging te nemen; vraagt de Commissie tegen het einde van 2016 concrete maatregelen voor te stellen, waaronder wetgevingsvoorstellen, om de participatie van vrouwen in de arbeidsmarkt te verhogen via maatregelen om het evenwicht tussen werk en privéleven te verbeteren;

K. whereas the availability, quality and affordability of childcare facilities and care facilities for the elderly and people with disabilities remains a key driver for enhancing female labour force participation;
K. overwegende dat de beschikbaarheid, kwaliteit en betaalbaarheid van opvangfaciliteiten voor kinderen en zorgfaciliteiten voor ouderen en personen met een beperking belangrijke motoren voor de stijging van de participatie van vrouwen in de arbeidsmarkt blijven;

(15) The Europe 2020 Strategy for Smart, Sustainable and Inclusive Growth ascertained that increased female labour force participation is a precondition for boosting growth and for tackling demographic challenges in Europe.
(15) Volgens de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei is een hogere arbeidsparticipatiegraad van vrouwen een voorwaarde om de groei te bevorderen en de demografische problemen in Europa op te lossen.

(15) The Europe 2020 Strategy for Smart, Sustainable and Inclusive Growth[29] ascertained that increased female labour force participation is a precondition for boosting growth and for tackling demographic challenges in Europe.
(15) Volgens de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei[29] is een hogere arbeidsparticipatiegraad van vrouwen een voorwaarde om de groei te bevorderen en de demografische problemen in Europa op te lossen.

4. Calls on Member States to pay attention to the financial sustainability and viability of first- and second-pillar schemes; highlights the fact that, for the purpose of future funding requirements for public finances, the current budgetary and demographic pressures on Member States, as well as an ageing population, a growing female labour force, changing family structures and atypical employment should be taken into account when reviewing and re-formulating pension schemes in the various Member States; highlights the fact that Member States in the euro zone are joined together in such a way that fulfilling pension obligations can have a cross-border effect;
4. roept de lidstaten ertoe op de nodige aandacht te besteden aan de betaalbaarheid en houdbaarheid van de onder de eerste en tweede pijler vallende stelsels; benadrukt dat bij de herziening en herformulering van de pensioenstelsels in de respectieve lidstaten, mede gelet op de toekomstige financieringsbehoeften in het kader van de overheidsfinanciën, ook rekening moet worden gehouden met de bestaande budgettaire en demografische druk op de lidstaten, alsook met de vergrijzing van de bevolking, de groeiende arbeidsparticipatie van vrouwen, de veranderende gezinsstructuren en de atypische werkgelegenheidssituatie; wijst met name op het feit dat de lidstaten in de eurozone op een zodanige wijze met elkaar verbonden zijn dat aan de vervulling van pensioenverplichtingen een grensoverschrijdend effect kan zijn verbonden;

Member States should remove disincentives to female labour force participation and strive, taking into account the demand for childcare facilities and in line with national patterns of childcare provision, to provide childcare by 2010 to at least 90 % of children between three years old and the mandatory school age and at least 33 % of children under three years of age.
De lidstaten moeten hindernissen voor de deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt uit de weg ruimen en ernaar streven, rekening houdend met de vraag naar kinderopvangfaciliteiten en met inachtneming van hun nationale regelingen terzake, vóór 2010 te voorzien in kinderopvang voor ten minste 90 % van de kinderen tussen drie jaar en de leerplichtige leeftijd en voor ten minste 33 % van de kinderen onder drie jaar.