Post-mortem findings indicate a typical haemorrhagic syndrome, with generalised congestion of the carcase, bloody fluid in the chest and abdominal cavities, enlarged dark spleen, haemorrhagic lymph nodes which resemble blood clots, especially renal and gastrohepatic lymph nodes, petechial haemorrhages in the kidneys (cortical and medullary pyramids and renal pelvis), abdominal serosae, gastric and intestinal mucosa and heart (epicardium and endocardium), hydrothorax and petechial haemorrhages of the pleura.
Bij postmortemonderzoek wordt een typisch hemorragisch syndroom geconstateerd, met een veralgemeende congestie van het karkas, bloederige vloeistof in de borst- en de buikholte, een uitgezette, donkere milt, hemorragische lymfklieren die op bloedklonters gelijken (vooral zichtbaar bij de renale en de hepatogastrische lymfklieren), petechiale bloedingen in de nieren (de corticale en medullaire piramiden en het nierbekken), de abdominale serosa, de mucosa van maag en ingewanden en het hart (epicardium en endocardium), alsmede hydrothorax en petechiale bloedingen van de pleura.