5. Member States shall regulate the fishing effort of their fleet in geographical areas subject to a fishing effort regime when carrying on board or, where appropriate, deploying a fishing gear or gears subject to that fishing effort regime or operating in a fishery subject to that fishing effort regime by taking appropriate action if the available maximum allowable fishing effort is about to be reached to ensure that the deployed fishing effort does not exceed the set limits.
5. De lidstaten reguleren de visserijinspanning van hun vloot in geografische gebieden waar een visserijinspanningsregeling geldt wanneer de vloot onder die visserijinspanningsregeling vallend een vistuig of vistuigen aan boord heeft of, in voorkomend geval, gebruikt of actief is in een onder die visserijinspanningsregeling vallende visserijtak, door passende maatregelen te nemen indien de beschikbare maximaal toelaatbare visserijinspanning bijna is bereikt, teneinde ervoor te zorgen dat de gebruikte visserijinspanning niet de limieten overschrijdt.