3. For zones and agglomerations within which information from fixed measurement stations is supplemented by information from other sources, such as emission inventories, indicative measurement methods and air quality modelling, the number of fixed measuring stations to be installed and the spatial resolution of other techniques shall be sufficient for the concentrations of air pollutants to be established in accordance with Section I of Annex IV, and Section I of Annex VI.
3. In zones en agglomeraties waarin de informatie uit vaste meetstations wordt aangevuld met informatie uit andere bronnen, zoals emissie-inventarissen, indicatieve meetmethoden of luchtkwaliteitsmodellen, dient het aantal geïnstalleerde vaste meetstations en de ruimtelijke resolutie van andere technieken toereikend te zijn om de concentraties van verontreinigende stoffen in de lucht overeenkomstig bijlage IV, deel I, en bijlage VI, deel I, te kunnen bepalen.