If it is optical, it shall be a green flashing light which, in the event of the malfunction of any of the direction-indicator lamps other than the repeating side direction-indicator lamps, is either extinguished, or remains alight without flashing, or shows a marked change of frequency.
Als het signaal optisch is, moet het een groen knipperlicht zijn dat, als een van de richtingaanwijzers (met uitzondering van de extra zijrichtingaanwijzers) defect is, uitgaat, blijft branden zonder te knipperen of een duidelijke frequentiewijziging vertoont.