There shall be no obstruction of the designated space between the floor and the ceiling of the vehicle other than an overhead luggage rack, a horizontal handrail in accordance with the requirements of point 4.2.2.9 attached to the wall or ceiling of the vehicle, or a table.
Er mag zich in de bedoelde ruimte tussen de vloer en het plafond van het voertuig niets bevinden behalve een bagagerek, een horizontale leuning overeenkomstig de eisen van punt 4.2.2.9 die aan de wand of aan het plafond van het voertuig is bevestigd, of een tafel.