‘God’s blessing on all nations, Who long and work for that bright day, When o’er earth’s habitation no war, no strife shall hold its sway; Who long to see, that all men free no more shall foes but neighbours be’.
“Gods zegen op alle landen, die verlangen naar en werken voor die mooie dag, wanneer er op onze aardse woonplekken geen oorlog, geen strijd meer zal woeden; die verlangen te zien dat alle mensen vrij, en geen vijanden, maar buren zullen zijn”.