6. Calls for greater policy coherence to be established at EU level by bringing public procurement, export credit, good governance, competition, development, trade, investment and other poli
cies and agreements into conformity with the international human rights, social and environme
ntal standards laid down in the relevant OECD and UN guidelines and principles; calls, in this connection, for cooperation with bodies representing employees, employers and consumers while drawing on relevant NHRI advice, such as the submission of the Euro
...[+++]pean Group of National Human Rights Institutions to the Commission on human rights and procurement; calls for meaningful and adequate impact assessments of legislative proposals for potential incoherence with the UN Guiding Principles, and insists on coordination with the UN Working Group on Business and Human Rights in order to avoid disparate and inconsistent interpretations of those Guiding Principles; recalls, while recognising the significance of the UN human rights framework for CSR, the importance of the Charter of Fundamental Rights of the European Union, including Article 16 thereof, which guarantees the fundamental right to conduct a business, a right that should be duly taken into account and serve as a reference to support CSR policies in the EU; underlines the importance of balancing the freedom to conduct business with other rights guaranteed by the Charter, as well as with internationally recognised CSR principles and guidelines; welcomes, in this connection, the efforts of the European Union Agency for Fundamental Rights (FRA) to collect evidence and expertise concerning the existence and interpretation of the freedom to conduct business; 6. dringt aan op grotere beleidscohe
rentie op EU-niveau door openbare aanbestedingen, exportkredieten, goed bestuur, concurrentie, ontwikkeling, handel, investeringen en andere beleidsterreinen en overeenkomsten in overeenstemming te brengen met de sociale, milieu- en mensenrechtennormen die zijn verankerd in de desbetreffende richtsnoeren en beginselen van de OESO en de VN; pleit in dit verband zowel voor samenwerking met de vertegenwoordigers van werknemers, werkgevers en consumenten als voor het opvolgen van relevant advies van de NMI, zoals het verslag over mensenrechten en aanbestedingen dat de Europese Groep van nationale mensenre
...[+++]chteninstellingen bij de Commissie heeft ingediend; verzoekt om een betekenisvolle en adequate effectbeoordeling van wetgevingsvoorstellen om eventuele incoherentie met de VN-richtsnoeren tijdig op te sporen, en dringt aan op coördinatie met de werkgroep voor het bedrijfsleven en de mensenrechten van de VN om verschillende en tegenstrijdige interpretaties van de VN-richtsnoeren te vermijden; erkent de waarde van het VN-mensenrechtenkader voor maatschappelijk verantwoord ondernemen; herinnert tegelijkertijd aan de belangrijke rol van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met inbegrip van artikel 16, waarin het fundamentele recht op ondernemerschap wordt gewaarborgd; meent dat dit recht naar behoren in acht moet worden genomen en dienst moet doen als ijkpunt voor de ondersteuning van beleidsmaatregelen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen in de EU; onderstreept hoe belangrijk het is het evenwicht te bewaren tussen de vrijheid van ondernemerschap en de andere rechten die in dit handvest worden gewaarborgd, evenals internationaal erkende beginselen en richtlijnen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen; is in dit verband ingenomen met de inspanningen van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten voor het vergaren van aanwijzingen en deskundigheid met betrekking tot het bestaan en ...