1.3.6. The rear edge of a fuel filler cap or similar shaped device located on the upper surface of the fuel tank, for instance, and likely to be struck by the rider moving forward during a collision, shall not project more than 15 mm from the underlying surface and the transition from the underlying surface shall be smooth or perceptibly spherical.
1.3.6. Een bijvoorbeeld aan de bovenzijde van de brandstoftank geplaatste vuldop of een voorziening met een vergelijkbare vorm, waartegen de berijder zich bij een ongeval in voorwaartse richting kan stoten, mag aan de achterkant niet meer dan 15 mm boven het onderliggende oppervlak uitsteken en de overgang daarvan naar het onderliggende oppervlak moet in hetzelfde vlak liggen of duidelijk bolvormig zijn.