Vertaling van "gaec " (Engels → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

good agricultural and environmental condition | GAEC [Abbr.]
goede landbouw- en milieuconditie | GLMC [Abbr.]

collective farming grouping | GAEC [Abbr.]
groupement agricole d'exploitation en commun (landbouwvereniging tot gezamenlijke exploitatie) | GAEC [Abbr.]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

The GAEC buffer strips must respect, both within and outside vulnerable zones designated pursuant to Article 3(2) of Directive 91/676/EEC, at least the requirements relating to the conditions for land application of fertiliser near water courses, referred to in point A.4 of Annex II to Directive 91/676/EEC to be applied in accordance with the action programmes of Member States established under Article 5(4) of Directive 91/676/EEC.
De GLMC-bufferstroken moeten zowel binnen als buiten de voor verontreiniging kwetsbare zones die zijn aangewezen overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Richtlijn 91/676/EEG, ten minste voldoen aan de eisen in verband met de voorwaarden voor het op of in de bodem brengen van meststoffen in de nabijheid van waterlopen, genoemd in punt A.4 van bijlage II bij Richtlijn 91/676/EEG. Deze eisen moeten worden toegepast overeenkomstig de actieprogramma's van de lidstaten die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 5, lid 4, van Richtlijn 91/676/EEG.

The following EU measures, among others, may be considered as relevant to soil protection and as relatively effective: the Industrial Emissions Directive (IED), the Environmental Liability Directive (ELD), and the rules on water protection (Water Framework Directive (WFD), Nitrates Directive (NiD), cross-compliance system of the CAP and Good Agricultural and Environmental Conditions (GAEC)).
De volgende EU-maatregelen kunnen gezien worden als relevant voor bodembescherming en als relatief effectief: de richtlijn inzake industriële emissies, de richtlijn inzake milieuaansprakelijkheid en de regelgeving met betrekking tot waterbescherming (kaderrichtlijn water, nitratenrichtlijn, stelsel van randvoorwaarden voor het GLB, eisen voor goede landbouw- en milieucondities).

GAEC standards are defined in national law and specified in the programmes.
Er zijn GLMC-normen vastgesteld in de nationale wetgeving en vermeld in de programma's.

For the purpose of determining the reoccurrence of a non-compliance, non-compliances determined in accordance with Regulation (EC) No 1122/2009 shall be taken into account and, in particular, GAEC 3, as listed in Annex II to Regulation (EU) No 1306/2013, shall be considered equivalent to SMR 2 of Annex II to Regulation (EC) No 73/2009 in its version in force on 21 December 2013.
In het kader van de constatering van de herhaling van een niet-naleving wordt rekening gehouden met niet-nalevingen die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1122/2009 zijn geconstateerd, en wordt met name GLMC 3, zoals vermeld in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 1306/2013, geacht gelijkwaardig te zijn aan RBE 2 van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 73/2009 in de versie die op 21 december 2013 van kracht was.

Good Agricultural and Environmental Conditions (GAEC): standards for good agricultural and environmental condition of land referred to in Chapter I of Title VI of Regulation (EU) 1306/2013 are established at national level
Goede landbouw- en milieuconditie (GLMC): op nationaal niveau zijn in titel VI, hoofdstuk I, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde normen inzake een goede landbouw- en milieuconditie vastgesteld

Amendment 180 Proposal for a regulation Annex II ‐ Main issue ‘Soil and carbon stock’ ‐ GAEC 6
Amendement 180 Voorstel voor een verordening Bijlage II ‐ Aspect „Voorraden koolstof in de bodem” ‐ GLMC 6

61. Is of the opinion that there is too high a degree of flexibility (e.g. the rules on good agricultural and environmental conditions, GAEC) and room for interpretation in the basic rules of the SPS; calls on the Commission to provide more precise guidance on the implementation of Union legal acts in the Member States legislation, so as to avoid Member States stretching the rules; believes in this context that the Commission should be given adequate delegated powers to eliminate loopholes and remedy shortcomings as quickly as possible;
61. is van mening dat er een te grote mate van flexibiliteit (bijvoorbeeld ten aanzien van de goede landbouw- en milieuconditie, GLMC) en ruimte voor interpretatie bestaat in de basisregels van de BTR; verzoekt de Commissie preciezere richtsnoeren aan te reiken voor de tenuitvoerlegging van rechtshandelingen van de Unie in de wetgeving van de lidstaten om te vermijden dat lidstaten deze regels oprekken; meent in dit verband dat de Commissie toereikende gedelegeerde bevoegdheden moet krijgen om lacunes en tekortkomingen in de regelgeving zo snel mogelijk te verhelpen;

13. Points out that many measures are already being implemented as part of the CAP that are helping to improve environmental protection and the preservation of natural resources and are responding to the challenges of climate change, the preservation of biodiversity and depletion of water resources and soil fertility; underlines that soil plays a vital role in achieving the EU’s biodiversity objective; considers that the CAP should, via an EU-funded top-up direct area payment, reward farmers who provide additional ecosystem services also for actions fostering biodiversity, implemented in addition to the obligations arising from GAEC;
13. benadrukt dat er al veel maatregelen als onderdeel van het GLB geïmplementeerd worden die bijdragen tot verbetering van milieubescherming en behoud van natuurlijke hulpbronnen en die inspelen op de uitdagingen van klimaatverandering, behoud van biodiversiteit en uitputting van waterreserves en vruchtbaarheid van de bodem; wijst op het cruciale belang van de bodem bij de verwezenlijking van de EU-doelstelling inzake biodiversiteit; meent dat het GLB via door de EU gefinancierde steun in de vorm van een areaalbetaling landbouwers die bijkomende ecosysteemdiensten bieden, ook moet belonen voor acties ten behoeve van de biodiversiteit die zij naast hun verplichtingen inzake goede landbouw- en milieuconditie ondernemen;

7. Believes that additional environmental effects at EU level can be achieved within the CAP framework, principally through more effective implementation of cross-compliance rules (including by all Member States applying the Standards of Good Agricultural and Environmental Condition (GAEC) and by alignment of the way in which the directives are implemented), the implementation of agri-environmental programmes and support for Natura 2000 areas under a better-funded second pillar of the CAP;
7. is van mening dat bijkomende milieueffecten op Europees niveau in het kader van het GLB kunnen worden bereikt, voornamelijk door doeltreffender toepassing van randvoorwaarden (onder meer door de toepassing door alle lidstaten van de normen voor een goede landbouw- en milieuconditie (GLMC) en afstemming van de manier waarop de richtlijnen worden uitgevoerd), de uitvoering van agromilieuprogramma's en steun voor Natura 2000-gebieden in het kader van een beter gefinancierde tweede pijler van het GLB;

27. Considers that direct payments should be reserved only for active farmers; realises that, under the system of decoupled direct payments, each farmer who uses farmland for production and maintains GAEC should receive direct payments; calls on the Commission therefore to devise a definition of ‘active farmer’ which the Member States can administer without additional administrative effort or expenditure, while it should be ensured that traditional farming activities (full-time and various degrees of part-time), regardless of legal status, are classified as active farming and that the range of land tenure and various forms of land management arrangements as well as management of common land are taken into account; considers it necessary to specify that the definition of an active farmer should exclude cases in which the administrative costs of making a payment are higher than the actual amount of the payment itself;
27. is van mening dat de rechtstreekse betalingen uitsluitend aan actieve landbouwers moeten zijn voorbehouden; is zich er daarbij van bewust dat in het stelsel van ontkoppelde rechtstreekse betalingen elke bedrijfseigenaar die landbouwgrond voor productiedoeleinden gebruikt en de goede agrarische en ecologische toestand behoudt, rechtstreekse betalingen behoort te ontvangen; verzoekt de Commissie daarom een definitie van „actieve landbouwer” uit te werken die de lidstaten zonder extra administratieve inspanningen of kosten kunnen hanteren, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat traditionele landbouwactiviteiten (zuivere landbouwbedrijven en deeltijd- en nevenlandbouwbedrijven), ongeacht hun rechtspositie, als actieve landbouwwerkzaamheden worden aangemerkt en dat rekening wordt gehouden met de diverse vormen van exploitatie van de grond en de diverse regelingen voor het beheer van het land, alsmede met het beheer van gemeenschappelijk land; acht het noodzakelijk erop te wijzen dat van de definitie van „actieve landbouwer” alle gevallen moeten zijn uitgesloten waarbij de administratieve kosten om een betaling te verrichten hoger zijn dan de werkelijke kosten van de betaling zelf;