2.1.3. As soon as the carcasses of the animals of susceptible species have been removed for processing and disposal, those parts of the holding in which these animals were housed and any parts of other buildings, yards, etc. contaminated during killing, slaughter or post-mortem examination should be sprayed with disinfectants approved for this purpose.
2.1.3. Zodra de karkassen van ziektegevoelige dieren zijn afgevoerd om te worden verwerkt en verwijderd, worden alle delen van het bedrijf waar deze dieren waren gehuisvest en alle delen van andere gebouwen, erven, enz. die tijdens het doden, het slachten of de postmortemkeuring zijn verontreinigd, besproeid met ontsmettingsmiddelen die voor dit doel zijn goedgekeurd.