The design, means, diagnostic methods, frequency, intensity, targeted animal population, and sampling patterns of the surveillance provided for in Article 25(1) shall be appropriate and proportionate to the objectives of the surveillance, taking into account:
De opzet, de middelen, de diagnosemethoden, de frequentie, de intensiteit, de betrokken dierpopulatie en de bemonsteringspatronen van de in artikel 25, lid 1, bedoelde surveillance zijn dienstig voor en evenredig met de doelstellingen van de surveillance, rekening houdend met: