Sets aside the judgment of the European Union Civil Service Tribunal (Second Chamber) of 30 September 2013 in BP v FRA (F-38/12, ECR-SC, EU:F:2013:138) in so far as it dismissed the application brought against the decision of the European Union Agency for Fundamental Rights (FRA), contained in a letter of 27 February 2012, not to renew BP’s contract of service as a member of the contract staff;
Het arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (Tweede kamer) van 30 september 2013, BP/FRA (F-38/12, JurAmbt., EU:F:2013:138), wordt vernietigd, voor zover daarbij wordt verworpen het beroep ingesteld tegen het besluit van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA), vervat in een brief van 27 februari 2012, om de aanstellingsovereenkomst van BP als arbeidscontractante niet te verlengen.