35. Stresses that the feminisation of poverty is the result of several factors, including women’s career breaks, the gender pay gap (16,4 %), the pension gap (39 %), gender inequalities in career progression, the fact that women are often employed on non-standard contracts (such as involuntary part-time, interim or zero-hours contracts), the absence of social security status for partners assisting self-employed workers, and poverty in households headed by single mothers; underlines that the reduction of poverty by 20 million people by 2020 can be achieved by anti-poverty and anti-discrimination policies that are grounded in gender mainstreaming, by action programmes that devote particular attention to disadvantaged women and are supported
...[+++]by actions targeting female poverty, and by the improvement of working conditions in low-income sectors in which women are over-represented; underlines that the multiple discrimination faced by women on the grounds of disability, racial and ethnic background, socio-economic status, gender identity and other factors contributes to the feminisation of poverty; stresses the importance of monitoring the gender effects of taxation and working time models on women and families; 35. benadrukt dat armoede onder vrouwen wordt veroorzaakt door, onder meer, loopbaanonderbrekingen, de loonkloof (16,4 %) en de pensioenkloof (39 %) tussen mannen en vrouwen, genderongelijkheden in de loopbaanprogressie, het feit dat vrouwen vaak werkzaam zijn op basis van een atypische arbeidsovereenkomst (zoals onvrijwillig deeltijdwerk, tijdelijke contracten en nulurencontracten), het ontbreken van sociale zekerheid voor de meewerkende echtgenote van een zelfstandige, en armoede in huishoudens van alleenstaande moeders; onderstreept dat het armoedepeil tegen 2020 met 20 miljoen mensen kan worden verlaagd met op gendermainstreaming gebaseerde beleidsmaatregelen voor armoede- en discriminatiebestrijding, met actieprogramma's waarin specia
...[+++]le aandacht uitgaat naar benadeelde vrouwen en die geflankeerd worden door acties tegen armoede onder vrouwen, en via de verbetering van de arbeidsomstandigheden in lagelonensectoren waarin vrouwen oververtegenwoordigd zijn; onderstreept dat de vele vormen van discriminatie waarmee vrouwen worden geconfronteerd, op grond van handicap, ras en etnische afkomst, sociaaleconomische status, genderidentiteit en andere factoren, de vervrouwelijking van de armoede in de hand werken; benadrukt hoe belangrijk het is om de gendereffecten van belastingstelsels en arbeidstijdregelingen op vrouwen en gezinnen te evalueren;