Furthermore, it retains the main thrust of the 2001 communication, which recognised the essential role of public service broadcasting in guaranteeing quality of democracy and pluralism.
Bovendien blijft de hoofdgedachte van de mededeling van 2001 intact, namelijk de erkenning van de onontbeerlijke rol van de openbare radio- en televisieomroepen bij het in stand houden van een kwalitatief hoogwaardige democratie en een pluralistische samenleving.