Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Cared for by male head of household
Clarify features of electrical household appliances
Community expenditure
Current expenditure and income of households
Current expenditure and receipts income of households
Describe features of electrical household appliances
Dispose of household goods
EC budgetary expenditure
EU expenditure
European Union expenditure
Expenditure by households
Explain features of electrical household appliances
Family expenditure
Final consumption of households
Fix household appliances
Household
Household composition
Household consumption
Household expenditure
Household expenditures
Household size
Household spending
Household unit
Market household goods
Private consumers'expenditure
Private consumption
Repair household appliance
Repair household appliances
Repairing household appliances
Sell household goods
Trade household goods

Traduction de «household expenditure » (Anglais → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
household expenditure

huishoudelijke kosten | huishoudelijke uitgaven | huishouduitgaven


expenditure by households | family expenditure | final consumption of households | household expenditure | household spending | private consumers'expenditure | private consumption

eindconsumptie in de gezinshuishoudingen | eindverbruik in de gezinshuishoudingen | finaal verbruik door de gezinshuishoudingen | finaal verbruik van gezinshuishoudingen | gezinsconsumptie | particulier verbruik | particuliere consumptie | uiteindelijk verbruik van de gezinshuishouding


household consumption [ household spending | Private consumption(STW) | household expenditures(UNBIS) ]

gezinsverbruik [ gezinsbesteding | gezinsuitgaven ]


current expenditure and income of households | current expenditure and receipts income of households

lopende gezins uitgaven en-inkomsten


household [ household unit | household composition(UNBIS) | household size(UNBIS) ]

huishouden [ wooneenheid ]


EU expenditure [ Community expenditure | EC budgetary expenditure | European Union expenditure ]

EU-uitgaven [ budgettaire uitgaven EG | communautaire uitgaven | uitgaven van de Europese Unie ]


clarify features of electrical household appliances | explain the features of an electrical household appliance | describe features of electrical household appliances | explain features of electrical household appliances

eigenschappen van elektrische huishoudtoestellen uitleggen | kenmerken van elektrische huishoudtoestellen uitleggen


market household goods | trade household goods | dispose of household goods | sell household goods

huishoudelijke artikelen verkopen


fix household appliances | repair household appliance | repair household appliances | repairing household appliances

huishoudelijke apparaten herstellen | huishoudelijke apparaten repareren


Cared for by male head of household

verzorgd door mannelijk hoofd van huishouden
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
[70] Expenditure on education/training in enterprises as a percentage of labour costs, source Continuing vocational training survey (CVTS); household expenditure on education as a percentage of total expenditure, source Household Budget Survey (HBS); participation in education/training by field of study, source UOE and learning in enterprises by form of learning (CVTS); Average number of pupils per on-line computer in schools, source: Eurobarometer.

[71] Percentage scholingskosten op de totale personeelskosten in bedrijven, bron: enquête over leren in bedrijven ("Continuing Vocational Training Survey" - CVTS); percentage onderwijsuitgaven op de totale uitgaven van gezinnen, bron: huishoudbudgetenquête ("Household Budget Survey" - HBS); percentage deelnemers aan onderwijs/opleidingen naar soort opleiding, bron: UEO en CVTS; gemiddeld aantal leerlingen op één on-line computer in scholen. Bron: Eurobarometer.


In all scenarios, including current trends, expenditure on energy and energy-related products (including for transport) is likely to become a more important element in household expenditure, rising to around 16% in 2030, and decreasing thereafter to above 15% in 2050[13].

In alle scenario's, inclusief de huidige trends, zullen de uitgaven voor energie en energiegerelateerde producten (waaronder vervoer) waarschijnlijk een groter aandeel innemen in de huishouduitgaven. Dit aandeel zal in 2030 tot ongeveer 16% stijgen en zal daarna afnemen tot iets boven 15% in 2050[13].


Moreover, household expenditure surveys are not fully harmonised.

Bovendien zijn onderzoeken naar bestedingen van huishoudens niet volledig geharmoniseerd.


[21] For instance, work undertaken in the OECD suggests that increased active social spending - on active labour market policies, payments to low income households, expenditures on family and child care, and investment in health - may have a significant impact on productivity and economic growth.

[21] Uit werkzaamheden van de OESO blijkt bijvoorbeeld dat hogere actieve sociale uitgaven - voor een actief arbeidsmarktbeleid, betalingen aan huishoudens met lage inkomens, uitgaven voor gezinszorg en kinderopvang, en investeringen in gezondheid - een aanzienlijk effect kunnen hebben op de productiviteit en de economische groei.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
whereas the performance of the food supply chain affects EU citizens’ daily lives, given that approximately 14 % of their household expenditure is spent on food.

overwegende dat de werking van de voedselvoorzieningsketen van invloed is op het dagelijks leven van Unieburgers, aangezien ongeveer 14 % van hun huishoudelijke uitgaven naar voedsel gaat.


Households with the lowest income are those hardest hit: 10% of adults in low income households are forced to run into debt and a further 15% must draw on savings to cover current expenditure (compared to 5% and 12% for the total population).

Dit probleem treft in het bijzonder de huishoudens met de laagste inkomens: 10 % van de volwassenen in huishoudens met een laag inkomen ziet zich gedwongen schulden te maken en nog eens 15 % moet spaargeld gebruiken voor lopende uitgaven (voor de totale bevolking is dit respectievelijk 5 % en 12 %).


Its performance has direct consequences for citizens since food represents 16% of European households' expenditure and is increasingly important on the path towards recovery from the current economic crisis.

Hoe die keten presteert, heeft rechtstreekse gevolgen voor de burgers, aangezien uitgaven voor voedingsmiddelen 16% van de bestedingen van Europese huishoudens uitmaken, en is van steeds groter belang bij het te boven komen van de huidige economische crisis.


Its performance has direct consequences for citizens since food represents 16% of European households' expenditures and is increasingly important on the path towards recovery from the current economic crisis.

De werking ervan heeft rechtstreekse gevolgen voor de burgers, aangezien uitgaven voor voedingsmiddelen 16% van de bestedingen van Europese huishoudens uitmaken en de voedselketen van steeds groter belang is bij het te boven komen van de huidige economische crisis.


These sectors have a direct impact on all citizens, since food represents on average 16% of households' expenditures.

Van deze sectoren gaat een rechtstreeks effect op alle burgers uit, aangezien voedingsmiddelen gemiddeld 16% van de bestedingen van de huishoudens uitmaken.


Rising commodity prices have contributed to higher food and headline inflation in the EU, though transmission to retail prices was limited by the appreciation of the euro, the falling share of raw materials in food production costs compared to energy and labour and the low share of food in average household expenditure.

De stijgende prijzen van de basisproducten hebben bijgedragen tot de hogere voedselprijzen en algemene inflatie. De doorwerking in de detailhandelsprijzen bleef echter beperkt door de waardestijging van de euro, het dalend aandeel van grondstoffen in de voedselproductiekosten in vergelijking met energie en arbeid, en het feit dat het gemiddelde huishouden weinig aan voedsel uitgeeft.


w