Vertaling van "hypertrophic " (Engels → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

hypertrophic cardiomyopathy | hypertrophic obstructive cardiomyopathy | idiopathic hypertrophic sub-aortic stenosis | muscular sub-aortic stenosis | HCM [Abbr.] | HOCM [Abbr.] | IHSS [Abbr.]
hypertrofische cardiomyopathie

hypertrophic degenerative arthritis
arthritis proliferativa | arthrosis deformans | arthroxerosis | chonritis hyperplastica tuberosa | polypanarthritis

hypertrophic lichen
hypertrofische lichen

Hypertrophic cicatrix
hypertrofisch litteken

Hypertrophic subaortic stenosis
hypertrofische subvalvulaire-aortastenose

A mitochondrial disease with characteristics of cataracts, hypertrophic cardiomyopathy, muscle weakness and lactic acidosis after exercise. May present in two forms, a neonatal lethal form or a chronic form. Hypertrophic cardiomyopathy is diagnosed a
syndroom van Sengers

Disease:Charcot-Marie-Tooth | Déjerine-Sottas | Hereditary motor and sensory neuropathy, types I-IV Hypertrophic neuropathy of infancy Peroneal muscular atrophy (axonal type)(hypertrophic type) Roussy-Lévy syndrome
hereditaire motorische- en sensorische-neuropathie, type I-IV | infantiele hypertrofische-neuropathie | peroneale spieratrofie (axonaal type)(hypertrofisch type) | syndroom van Roussy-Lévy | ziekte van | Charcot-Marie-Tooth | ziekte van | Déjerine-Sottas

Ganglion | Hydrarthrosis | Osteitis | Periostitis (hypertrophic) | of yaws (early)(late) | Goundou | Gumma, bone | Gummatous osteitis or periostitis | of yaws (late)
ganglionbij framboesia (vroeg)(laat) | hydrartrosbij framboesia (vroeg)(laat) | osteïtisbij framboesia (vroeg)(laat) | periostitis (hypertrofisch)bij framboesia (vroeg)(laat) | goundoubij framboesia (laat) | gumma, botbij framboesia (laat) | gummateuze osteïtis of periostitisbij framboesia (laat)

A mitochondrial disease due to a defect in mitochondrial protein synthesis resulting in deficiency of respiratory chain complexes I, III and IV in the cardiac and skeletal muscle and brain. The disease has characteristics of severe hypertrophic cardi
gecombineerde oxidatieve fosforylatiedeficiëntie type 8

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

The highest percentage of ultra-oligotrophic stations in lakes was found in Latvia, followed by Spain, while the highest percentage of eutrophic or hypertrophic stations were found in the Netherlands, followed by Denmark, Slovakia, Poland, Bulgaria, and Belgium[26].
Het hoogste percentage ultraoligotrofe stations bij meren werd aangetroffen in Letland, gevolgd door Spanje, terwijl het hoogste percentage eutrofe of hypertrofe stations werd aangetroffen in Nederland, gevolgd door Denemarken, Slowakije, Polen, Bulgarije, en België[26].

Based on the available information, Belgium reported all its saline waters as hypertrophic, while Bulgaria, Latvia, Lithuania, and the Netherlands, reported all saline stations as eutrophic.
Op basis van de beschikbare informatie meldde België dat al zijn zoute wateren hypertrofisch zijn, terwijl in Bulgarije, Letland, Litouwen en Nederland alle zoutwaterstations eutrofische waarden rapporteerden.

Of all reported lakes monitoring stations in EU-27, 24.1% and 12.7% were eutrophic and hypertrophic respectively, while 36.6% and 2.4% were oligotrophic or ultra-oligotrophic respectively.
Van alle gerapporteerde meetstations bij meren in de EU-27 viel 24,1 % en 12,7 % respectievelijk onder de categorie eutroof en hypertroof, en viel 36,6 % en 2,4 % respectievelijk onder de categorie oligotroof of ultraoligotroof.

The highest percentage of ultra-oligotrophic stations in rivers was found in Spain, followed by Bulgaria and Slovenia, while the highest percentage of hypertrophic stations were found in Belgium and the Netherlands, followed by Czech Republic and Finland.
Het hoogste percentage ultraoligotrofe stations bij rivieren werd aangetroffen in Spanje, gevolgd door Bulgarije en Slovenië, terwijl het hoogste percentage hypertrofe stations werd aangetroffen in België en Nederland, gevolgd door Tsjechië en Finland.

Of all reported river monitoring stations in EU-27, 16.3% and 6.3% were eutrophic and hypertrophic respectively, while 35.4% and 20.6% were oligotrophic or ultra-oligotrophic respectively.
Van alle gerapporteerde riviermeetstations in de EU-27 was bij 16,3 % en 6,3 % sprake van respectievelijk eutrofie en hypertrofie, en bij 35,4 % en 20,6 % van respectievelijk oligotrofie en ultraoligotrofie.