5.18.3. If, when the lamp is installed, any part of the apparent surface of the lamp is hidden by any further parts of the vehicle, proof shall be furnished that the part of the lamp not hidden by obstacles still conforms to the photometric values prescribed for the approval of the device.
5.18.3. Als na de installatie van het licht gelijk welk deel van het zichtbare oppervlak ervan verborgen wordt door andere delen van het voertuig, moet worden aangetoond dat het niet door obstakels verborgen deel van het licht nog steeds voldoet aan de voor de goedkeuring van de inrichting voorgeschreven fotometrische waarden.