Where an agricultural area of a holding is also used for non-agricultural activities as referred to in point (a) of the first subparagraph that area shall be considered as being used predominantly for agricultural activities, if the agricultural activity can be exercised without being significantly hampered by the intensity, nature, duration and timing of the non-agricultural activity.
Landbouwgrond van een bedrijf die ook voor de in de eerste alinea, onder a), bedoelde niet-landbouwactiviteiten wordt gebruikt, wordt aangemerkt als overwegend voor landbouwdoeleinden gebruikte grond indien het uitoefenen van de landbouwactiviteit geen noemenswaardige hinder ondervindt van de intensiteit, de aard, de duur en de planning van de niet-landbouwactiviteiten.