having regard to Article 11 of the International Covenant on Economic, Social and Cultural Rights, Article 17 of the International Covenant on Civil and Political Rights, Article 27(3) of the UN Convention on the Rights of the Child, Article 14(2) of the UN Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination against Women and Articles 7(1)(d) and 7(2)(d) of the Rome Statute of the International Criminal Court,
gezien
artikel 11 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, artikel 17 van het Internationaal Verdrag inza
ke burgerrechten en politieke rechten, artikel 27, lid 3, van het Verdrag inzake
de rechten van het kind, artikel 14, lid 2, van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen, en artikel 7, lid 1, onder d), en artikel 7, lid 2, onder d), van het Statuut van
...[+++] Rome van het Internationaal Strafhof,