3. Recalls, however, that international humanitarian law (IHL) is the prime body of law in times of armed conflict and that its improved implementation should be the focus of the international community; emphasises that, although R2P is not a legal concept, it is grounded in international law and is narrowly focused on the four crimes of genocide, war crimes, ethnic cleansing and crimes against humanity, whether in armed conflicts or in peacetime; stresses the need to integrate a strong gender equality perspective into the R2P framework;
3. herinnert er echter aan dat het internationaal humanitair recht (IHR) het voornaamste rechtsinstrument bij gewapende conflicten is en dat de internationale gemeenschap zich moet concentreren op de verbeterde tenuitvoerlegging ervan; onderstreept dat hoewel R2P geen rechtsbegrip is, dit concept gegrondvest is op het internationaal recht en strikt beperkt is tot vier misdaden, te weten volkerenmoord, oorlogsmisdaden, etnische zuivering en misdaden tegen de menselijkheid, zowel in gewapende conflicten als in vredestijd; benadrukt dat in het kader van R2P veel aandacht moet worden besteed aan gelijkheid tussen mannen en vrouwen;