Vertaling van "long-lived and intermediate-level waste " (Engels → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

long-lived low- and intermediate-level radioactive waste | long-lived low- and intermediate-level waste | LILW-LL [Abbr.]
langlevend laag- en middelradioactief afval

intermediate level radioactive waste | intermediate level waste | ILRW [Abbr.] | ILW [Abbr.]
middelactief afval | middelradioactief afval

intermediate-level waste | medium-level waste | ILW [Abbr.] | MLW [Abbr.]
midden-actief afval

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

The typical disposal concept for low and intermediate-level waste is near-surface disposal.
Het typische concept voor de berging van laag- en middelactief afval is ondiepe berging.

(29) The typical disposal concept for short lived low and intermediate level waste is near surface disposal.
(29) Het typische concept voor de opberging van kortlevend laag- en middelactief afval is ondiepe berging.

(29) Disposal concepts for short-lived low and intermediate level waste vary from near surface disposal (in buildings, shallow burial or burial down to a few tens of metres below the surface) to state-of-the-art disposal in geological repositories 70 to 100 metres underground .
(29) Concepten voor de opberging van kortlevend laag- en middelactief afval variëren van ondiepe berging (in gebouwen, begraven op geringe diepte of begraven op enkele tientallen meters onder het oppervlak) tot ultramoderne opberging in geologische opslagplaatsen op 70 tot 100 meter ondergronds .

(29) Disposal concepts for short lived low and intermediate level waste vary from near surface disposal (in buildings, shallow burial or burial down to a few tens of metres below the surface) to state-of-the-art disposal in geologic repositories 70 to 100 metres underground.
(29) Concepten voor de opberging van kortlevend laag- en middelactief afval variëren van ondiepe berging (in gebouwen, begraven op geringe diepte of begraven op enkele tientallen meters onder het oppervlak) tot ultramoderne opberging in geologische opslagplaatsen op 70 tot 100 meter ondergronds.

The disposal of high level long-lived waste is notably influenced by social factors, in particular the choice of final disposal sites and public acceptance of this choice.
Bij de verwijdering van hoogactieve radioactieve afvalstoffen met lange levensduur moet rekening worden gehouden met maatschappelijke factoren, met name de keuze van de definitieve opbergingssites en de aanvaarding van die keuzes door de bevolking.

Strong reduction of the long-lived radionuclide amount and substantial volume reductions in waste facilities will entail that development of inert matrices for HLW (High level waste) conditioning will represent in the long term a key improvement in nuclear waste management.
Als de hoeveelheid langlevende radionucliden sterk wordt verkleind en het afvalvolume in afvalfaciliteiten substantieel wordt verminderd, zal het beheer van nucleair afval op lange termijn ingrijpend worden verbeterd door de ontwikkeling van inerte matrices voor de conditionering van hoogactief afval.

management and safety of the geological disposal of high-level and/or long-lived (HLLL) waste.
de kwestie van het beheer en de veilige geologische opberging van langlevend en/of hoogradioactief afval.

The key issues are operational reactor safety and management of long-lived waste, both of which are being addressed through continued work at the technical level, though allied political and societal inputs are also required.
De belangrijkste problemen zijn die van de exploitatieveiligheid en het beheer van langlevende afvalstoffen, die allebei worden aangepakt door voortgezet onderzoek op technisch gebied, maar die ook een gecombineerd politiek en maatschappelijk antwoord moeten krijgen.

For example, the reprocessing of one tonne of spent nuclear fuel produces between 6 and 80 tonnes of low and intermediate level waste in many different forms – including the associate volume of decommissioning waste from the reprocessing plant, with little or no reduction in final storage space required for the high level waste.
Bijvoorbeeld de opwerking van één ton verbruikte splijtstof resulteert in 6 tot 80 ton laag- en gemiddeld radioactief afval in veel verschillende vormen - met inbegrip van de daarmee gepaard gaande hoeveelheid ontmantelingsafval van de opwerkingsfabriek en weinig of geen vermindering in de uiteindelijke opslagruimte die vereist is voor hoogradioactief afval.