Secondly, the ratio legis of §8c(1) KStG, i.e. preventing trade in empty-shell companies with accumulated losses, does not require the exclusion of loss carry-forward in situations where the acquisition is for the purpose of restructuring rather than simply tax optimisation. Without the restriction of §8c(1a) KStG to acquisitions of undertakings in financial difficulty in view of restructuring, i.e. if other acquisitions were also included, the ratio legis could no longer be maintained.
Ten tweede merkt Duitsland op dat de geest van § 8c (1) KStG — het voorkomen van het aankopen van lege vennootschappen — de mogelijkheid tot voorwaartse verliesverrekening niet dient uit te sluiten in gevallen waarbij de verwerving met het oog op sanering gebeurt en niet uitsluitend door fiscale motieven is ingegeven. Indien § 8c (1a) KStG de verwerving van ondernemingen in moeilijkheden niet zou beperken tot die met het oog op sanering, d.w.z. indien ook andere soorten verwerving zouden worden toegestaan, zou het bereiken van de doelstelling niet kunnen worden gegarandeerd.