1. The Member States shall take all appropriate measures to ensure that electrical equipment may be placed on the market only if, having been constructed in accordance with good engineering practice in safety matters in force in the Community, it does not endanger the safety of persons, domestic animals or property when properly installed and maintained and used in applications for which it was made.
1. De lidstaten treffen de nodige maatregelen opdat het elektrische materiaal slechts in de handel kan worden gebracht indien het, vervaardigd volgens de regels van goed vakmanschap op het gebied van de veiligheid die in de Gemeenschap gelden, bij correcte installatie en degelijk onderhoud en bij gebruik overeenkomstig de bestemming, de veiligheid van mensen, huisdieren en goederen niet in gevaar brengt.