2. The total amount of a credit institution's qualifying holdings in undertakings other than credit institutions, financial institutions or undertakings carrying on activities which are a direct extension of banking or concern services ancillary to banking, such as leasing, factoring, the management of unit trusts, the management of data processing services, or any other similar activity may not exceed 60% of its own funds.
2. Het totale bedrag van de gekwalificeerde deelnemingen in andere ondernemingen dan kredietinstellingen, financiële instellingen of ondernemingen met werkzaamheden die rechtstreeks in het verlengde van het bankbedrijf liggen of bestaan uit nevendiensten van het bankbedrijf, zoals leasing, factoring, beheer van beleggingsfondsen, beheer van diensten op het gebied van de gegevensverwerking, of andere, soortgelijke werkzaamheden, mag niet meer bedragen dan 60% van het eigen vermogen van de kredietinstelling.