2. Notes that, in the EU, cooperatives are becoming increasingly important and that there are about 160 000 cooperative enterprises owned by 123 million members and providing jobs for 5,4 million people – including around 50 000 cooperative enterprises in industry and services providing jobs for 1,4 million persons – and that cooperatives contribute, on average, around 5 % to the GDP of each Member State; notes that, over the past few years, several hundred industrial and service cooperative enterprises have been established as the result of the restructuring of businesses in crisis or without successors, thereby savin
g and re-developing local economic ...[+++]lass=yellow1>activities and jobs; notes that industrial and service cooperative groups have had a key impact on regional development in some of the most industrialised regions of the EU; notes that “social” cooperatives specialised in labour integration provide jobs to over 30 000 disabled and disadvantaged persons in the industrial and service sectors; points out that coopera
tives have become a model for the self-employed and the liberal professions, and that this model has grown significantly in new sectors, such as social and health care services, digital and business support services and services of general interest previously provided by the public sector (e.g. environmental services and management of natural spaces, education and culture, and production of energy from renewable sources); notes that cooperatives therefore play a very important role in the EU in economic, social, sustainable development, and employment terms, in addition to being a springboard for social innovation, which is a very important topic in both the EU 2020 strategy and Horizon 2020, and help to serve the objective of the sustainable economic and social development of regional and local communities;
2. merkt op dat coöperaties in de EU steeds belangrijker worden en dat er ongeveer 160 000 ondernemingen zijn die in handen zijn van 123 miljoen leden en die aan 5,4 miljoen personen werk verschaffen – inclusief ongeveer 50 000 coöperatieve ondernemingen in de industrie en de dienstensector die aan 1,4 miljoen personen werk verschaffen – en dat coöperaties gemiddeld ongeveer 5% bijdragen aan het bbp van de lidstaten; merkt op dat de voorbije jaren honderden coöperatieve ondernemingen in de industrie en de dienstensector werden opgericht ten gevolge van de herstructurering van bedrijven in crisis of zonder
opvolgers, waardoor lokale economische activit ...[+++]eiten en banen werden gered en herontwikkeld; merkt op dat coöperatieve groepen in de industrie en de dienstensector een belangrijk effect hebben gehad op de regionale ontwikkeling in sommige van de meest geïndustrialiseerde regio's van de EU; merkt op dat “sociale” coöperaties die gespecialiseerd zijn in arbeidsintegratie, werk verschaffen aan meer dan 30 000 gehandicapte en benadeelde personen in de industrie- en de dienstensector; wijst erop dat coöperaties een model zijn geworden voor zelfstandigen en beoefenaars van een vrij beroep en dat dit model aanzienlijk is gegroeid in nieuwe sectoren, zoals sociale diensten en gezondheidszorg, digitale- en bedrijfsondersteuningsdiensten en diensten van algemeen belang die voorheen werden verstrekt door de overheid (bijvoorbeeld milieudiensten en beheer van natuurlijke ruimten, onderwijs en cultuur en de opwekking van energie uit hernieuwbare bronnen); merkt op dat coöperaties bijgevolg in de EU een erg belangrijke rol spelen op economisch en sociaal gebied en op het gebied van duurzame ontwikkeling en werkgelegenheid en dat zij daarnaast fungeren als springplank voor sociale innovatie, een thema dat erg belangrijk is zowel in het kader van de Europa 2020-strategie als in het kader van Horizon 2020, en merkt op dat coöperaties mee het doel dienen van de duurzame economis ...