(20) Member States should ensure, through their national policy frameworks, that an appropriate number of publicly accessible infrastructure for the supply of gaseous Compressed Natural Gas (CNG) or compressed bio-methane to motor vehicles is built up, in order to ensure that CNG motor vehicles can circulate in urban/suburban agglomerations and other densely populated areas as well as throughout the Union, at least along the existing TEN-T Core Network.
(20) De lidstaten moeten er via hun nationale beleidskaders voor zorgen dat er voldoende publieke infrastructuur wordt aangelegd voor het leveren van gecomprimeerd aardgas (CNG) of gecomprimeerd biomethaan voor motorvoertuigen, zodat het verkeer van motorvoertuigen op CNG in steden en voorsteden en andere dichtbevolkte gebieden mogelijk is en ook, in elk geval, langs het bestaande TEN-V-kernnetwerk, in de gehele Unie.