The glucose 6-phosphate again reacts with the nicotinamide adenine dinucleotide phosphate to give gluconate 6-phosphate and reduced nicotinamide adenine dinucleotide phosphate, and the latter is then determined.3.
Dit glucose-6-fosfaat reageert opnieuw met nicotinezuuramide-adenine-dinucleotide-fosfaat waardoor weer gluconaat-6-fosfaat en gereduceerd nicotinezuuramide-adenine-dinucleotide-fosfaat wordt gevormd; dit wordt weer bepaald.3.