8.5.1. During the calibration phase of the substitution method (prior to an ESA under test being introduced into the test area), the field strength shall not be less than 50 % of the nominal field strength 0,5 ± 0,05 m either side of the reference point on a line parallel to the edge of the ground plane nearest to the antenna and passing through the reference point.
8.5.1. Tijdens het kalibreren (voordat de te beproeven ESE in de proefruimte wordt gebracht) mag de veldsterkte op 0,5 ± 0,05 m aan weerszijden van het referentiepunt op een lijn door dit punt parallel aan de rand van de massaplaat die zich het dichtst bij de veldgenerator bevindt, niet minder dan 50 % van de nominale veldsterkte bedragen.