2. Irrespective of whether they have elected to make the type of conduct referred to in paragraph 1(a) or (b) a criminal offence, Member States will afford one another the most comprehensive assistance possible in respect of the offences covered by this Article, as well as those offences covered by Article 3(4) of the Convention relating to extradition between the Member States of the European Union, drawn up by the Council on 27 September 1996.
2. Ongeacht of zij hebben gekozen voor strafbaarstelling van de in lid 1, onder a) dan wel onder b) bedoelde gedragingen, bieden de lidstaten elkaar de ruimst mogelijke wederzijdse bijstand met betrekking tot de in dit artikel omschreven strafbare feiten en de strafbare feiten die onder artikel 3, lid 4, van de door de Raad op 27 september 1996 opgestelde overeenkomst betreffende uitlevering tussen de lidstaten van de Europese Unie vallen.