16. Believes that corporate groups present in several Member States should be treated as far as possible in the same way as groups present in a single Member State; stresses that in situations involving cross-border losses by foreign subsidiaries, double-taxation of the parent company must be avoided, fiscal competence must be fairly distributed between Member States, losses may not be offset twice and tax avoidance must be prevented;
16. is van mening dat ondernemingsgroepen die in verscheidene lidstaten actief zijn, zoveel mogelijk op dezelfde wijze dienen te worden behandeld als groepen die in één lidstaat actief zijn; onderstreept dat in situaties waarin sprake is van grensoverschrijdende verliezen van buitenlandse dochterondernemingen, dubbele belasting van de moedermaatschappij moet worden vermeden, de heffingsbevoegdheid eerlijk tussen de lidstaten moet worden verdeeld, de verliezen niet tweemaal mogen worden verrekend en belastingontwijking moet worden voorkomen;