56. calls on the Level 2 and Level 3 co
mmittees to contain national discretion and gold-plating in line with the basic Level 1 legislation, but to take into account
national peculiarities and, in particular, the structural features of individual markets; suggests, in the context of the work of the IIMG, a review of whether it may be helpful if Level 3 committees could operate increasingly on the basis of decision-making by some form of qualified majority voting where its principles still have to be defined; suggests that Level 3 committees be given an annual mandate by Parliament and the Counci
...[+++]l to come up with concrete plans for cooperation and implementation of agreed measures, possibly drawing on EU budgetary resources; recommends that Lamfalussy Level 2 and Level 3 committees' respective powers and mandates be defined more precisely in order to reflect the need to progress towards a greater convergence of their practices and to let them take, within the remit of their activities, binding decisions vis à vis their members, and that the consultation process with industry gets more input from small and medium-sized enterprises and investors; 56. verzoekt d
e L2- en L3-comités nationale interpretaties en "goldplating" binnen de perken te houden, in overeenstemming met de grondslag van de L1-wetgeving, maar rekening te houden met nationale gewoontes en vooral met structurele kenmerken van afzonderlijke markten; stelt voor om in de context van de werkzaamheden van de IIMG na te gaan of het een goede zaak zou zijn als L3-comités meer en meer zouden kunnen besluiten met een soort gekwalificeerde meerderheid van stemmen volgens nader vast te leggen beginselen; stelt voor dat de L3-comités jaarlijks een mandaat ontvang
en van Parlement en Raad ...[+++] om concrete plannen te ontwikkelen voor samenwerking en tenuitvoerlegging van overeengekomen maatregelen, zo mogelijk met begrotingsmiddelen van de EU; doet de aanbeveling de respectieve bevoegdheden en taken van de Lamfalussy L2- en L3-comités nauwkeuriger af te bakenen als weerspiegeling van de noodzaak om vorderingen te boeken in de richting van meer convergentie van hun praktijken en deze comités binnen de reikwijdte van hun werkzaamheden bindende besluiten te laten nemen waaraan hun leden zich moeten houden en in het raadplegingsproces met het bedrijfsleven voor meer input te zorgen van kleine en middelgrote ondernemingen en investeerders;