1. All new municipal waste-incineration plants must be designed, equipped and operated in such a way that the gas resulting from the combustion of the waste is raised, after the last injection of combustion air, in a controlled and homogeneous fashion and even in the most unfavourable conditions, to a temperature of at least 850 oC at least two seconds in the presence of at least 6 % oxygen.
1. Elke nieuwe verbrandingsinstallatie voor stedelijk afval moet zodanig worden ontworpen, uitgerust en geëxploiteerd dat de bij de afvalverbranding vrijkomende gassen, na de laatste toevoer van verbrandingslucht, op een beheerste en homogene manier zelfs onder de meest ongunstige omstandigheden voor de duur van ten minste twee seconden bij een zuurstofgehalte van ten minste 6 % op een temperatuur van ten minste 850 °C worden gebracht.