41. Notes that agriculture continues to be the principal source of income and employment in most developing countries, especially for the poorest and therefore stresses the importance of the offer made by the EU to abolish its export subsidies by 20
13; insists that a parallel move by other WTO members is required; calls on the EU to continue advocating the abandonment of other — sometimes disguised — forms of export sup
port such as export credits, food aid, State enterprises, etc., in order to remedy the existing trade imbalances be
...[+++]tween the North and the South and to make the agriculture of poor countries more profitable; 41. merkt op dat de landbouw in de meeste ontwikkelingslanden nog steeds de voornaamste bron van inkomen en werkgelegenheid is, met name voor de arme bevolkingsgroepen, en benadrukt derhalve het belang van het aanbod van de EU om haar exportresubsidies uiterlijk tegen 2013 af te sc
haffen; stelt met klem dat een vergelijkbaar initiatief van andere WTO-leden nodig is; roept de EU op om te blijven pleiten voor de afschaffing van de overige, soms verkapte vormen van exportsteun, zoals uitvoerkredieten, voedselhulp, staatsondernemingen, enz., zodat de bestaande ongelijkheden in de handel tussen het Noorden en het Zuiden kunnen worden gecorr
...[+++]igeerd en om de landbouw van armere landen winstgevender te maken;