Considering that Freixenet could not have been unaware of that idea, the Court held that Freixenet was therefore perfectly able to refute the argument put forward by the examiner and then accepted by the First Board of Appeal to establish the absence of any distinctive character of the marks for which registration was sought; it could thus have argued that it was not the label but the packaging of the sparkling wine which was normally taken into consideration by the consumer concerned in choosing that product.
In aanmerking nemend dat Freixenet niet onkundig kon zijn van deze idee, heeft het Gerecht geoordeeld dat zij dus zeer wel in staat was geweest om de idee te weerleggen waarvan de onderzoeker en vervolgens de eerste kamer van beroep van het BHIM zijn uitgegaan om vast te stellen dat de merken waarvan inschrijving werd verzocht onderscheidend vermogen misten en dus had kunnen betogen dat niet het etiket maar de verpakking van de mousserende wijn gewoonlijk door de betrokken consument in aanmerking werd genomen bij de keuze voor dit product.